De Westfjorden individueel

Vanaf de ‘vuurburcht’ heb je een mooi zicht op de bergketen die als een ruggengraat over de volledige lengte van Snæfellsnes loopt. Zelfs de vulkaankegel waarover Jules Verne het had, op het einde van het schiereiland, is duidelijk te zien.
Het schiereiland is een mix van ruige kusten met grillig basaltrotsen, geërodeerde vulkaankraters en lavagrotten. Via nederzettingen, kleine baaien en fjorden bereik je het charmante havendorpje Stykkishólmur.

Afhankelijk van je overnachtingsplaats maak je de ferryovertocht vanuit Stykkishólmur of rij je langsheen de Breiðafjördur vanaf Vogur.

Aan de overkant van de fjord bereik je de Westfjorden waar de weg zich omhoog slingert naar het meest westelijke punt van Europa: de vogelkliffen van Látrabjarg. Onderweg biedt het lange zandstrand van Raudisandur een oase van kleuren en rust.

De indrukwekkende vogelkliffen nodigen uit om ’s avonds bezocht te worden als hun bekendste bewoners, de papegaaiduikers, terug zijn van zee. Maar ook de duizenden andere zeevogels maken, vooral in de periode van mei tot midden augustus, de kakofonie van gekrijs en gewemel tot een spektakel.

Een indrukwekkende rit langs de voet van torenhoge fjordkusten brengt je via kleine vissershaventjes over enorme bergpassen opnieuw naar hoogvlaktes. Vanuit Bildudalur kruipt een grindweg omhoog naar een weelderig groen landschap afgewisseld met rotsformaties en riviertjes. Een van de riviertjes dondert naar beneden als een prachtige ‘bruidssluier’, geflankeerd door tientallen kleine watervallen. Bijna op het einde van de grindweg kom je aan in Þingeyri, een vissersdorpje knap gesetteld aan de immense Dýrafjörður.

Wil je graag de pracht van het Dýrafjörður actief ontdekken dan kan je per mountainbike de ‘droomweg’ volgen naar het uiteinde van het schiereiland. Aan de andere kant van de fjord ligt Mýrarfell. Een korte maar krachtige wandeling naar de top wordt beloond met een adembenemend zicht op de duizelingwekkende fjord.

De kleurrijke huisjes van Isafjörður tonen opnieuw enige beschaving. Voor een klein stukje paradijs trek je verder naar het zwarte zandstrand van Skálavik, in een afgelegen baai.

Na de laatste ijstijd hebben brede gletsjertongen het landschap tot een indrukwekkend fjordensysteem uitgesleten. Langs ‘de djup’ zorgen zeehondenkolonies, vogeleilanden en historische locaties voor afwisseling. Maar ook het Arctic Fox Center in Sudavik gewijd aan het enige inheemse zoogdier van IJsland en de zoutinstallaties van Reykjanes waar zout wordt gewonnen met geothermische warmte, zorgen voor een boeiende dag. ’s Avonds kan je de dag afsluiten in een natuurlijk verwarmd bad.

Een zijweg langs Langadalsströnd geeft de start voor een spectaculaire wandeling met zicht op de Drangajökull gletsjer. Nadien kronkelt de ruwe kustlijn van Strandir langs de dunst bevolkte en meest afgelegen regio van IJsland. De Strandavegur is een attractie op zichzelf met vele kleine baaien, rotsachtige landschappen met scherpe bergpunten en kliffen.

In Norðurfjörður bracht de haringvisserij ooit grote welvaart. Vraag hier zeker om een geleid bezoek aan de verlaten fabriek. Hoewel de tand des tijds zijn werk heeft gedaan, is de sfeer van toen nog tastbaar. Een echte aanrader.

Op de koop toe vertoef je in een heus wandelparadijs. Tochten naar verscholen watervallen en basaltravijnen, of de hoogte in voor een magnifiek zicht op dit ongerepte landschap behoren tot de vele mogelijkheden. Relaxen kan in het meest noordelijk gelegen warmwaterbad van IJsland, pal aan de oceaan.

Langs de kustroute verlaten we de Westfjorden. Via vergeten stranden bezaaid met drijfhout, bizarre rotsformaties en groene landerijen krijg je een totaalbeeld van de machtige westfjorden. Langs de Hrútafjörður rijd je in een rechte lijn verder landinwaarts.

Via de 3000 jaar oude krater van Grábrók rijd je verder naar de lava watervallen van Hraunfossar en Barnafoss. De Kaldidalur, de kortste postroute dwars door IJsland, brengt je naar het Þingvellir nationaal park. Hier zie je dat IJsland letterlijk in twee wordt gespleten.

Een echte metropool kan Reykjavík niet worden genoemd, maar toch is het een bruisende en gezellige stad. De kleurrijke winkeltjes, hippe koffiehuizen en trendy maken het een echte slenterstad.

Inleveren van de huurwagen en terugvlucht.